zondag 23 september 2012

Beeldpraat 8. André Mannak over AKS 9




Op weg. Op weg naar boven gaat de oude man.
Hij kijkt niet om, hij klemt zich vast aan
zijn stok. Gebogen, maar zeker van zijn pad
gaat hij voort, voorzichtig. Stap voor stap.

Waar gaat hij heen?
Waar is de maan?
Waar zijn de sterren?

De man is alleen.
Er is niemand die hem vergezelt.
Geen hond om mee te spreken,
geen grashalm om te grijpen.

Is het zijn laatste tocht?
Is er een engel die wacht?
Is het erg als hij valt?
Wat geeft hem een schaduw?

Op weg, onder een hemel van amethist,
tussen bergen die flonkeren als
roze en blauwe diamant.
Over een gletsjer die het schaarse licht weerkaatst.

En verder niets!

André Mannak is als adviseur werkzaam in de zorgsector, dit schilderij hangt bij hem thuis.

Beeldpraat 7. Rob den Boer over Zweem


Is het schilderij 'Zweem' van Paul Dikker werkelijkheid of slechts schijn? In het midden loopt een vrouw; zij is donker gekleed en volledig in gedachten verzonken. Haar schaduw lijkt haar de weg te wijzen, schuin tussen de donkere muren, die aan beide zijden het schilderij inkijken. De ommuring links doet bescheiden aan, maar is meermalen hoger dan de vrouw die er langs loopt. De massieve ronding ter rechterzijde toont maar een heel klein stukje van een enorm bouwwerk; het is van kathedraalsomvang. Daartussen lopen lucht en land vrijwel in elkaar over, de horizon vervaagt in een gelaagde mengeling van gele en groene tinten. Slechts de plint van het gebouw rechts zoekt aansluiting bij de kleuren van het licht.

Verder is het leeg tussen de muren. Of vergis ik mij? Wat zou er achter de massieve muur rechts kunnen zijn, waar de vrouw haast als vanzelf naar toeloopt? Misschien keert zij terug naar haar huis, dat zomaar in een hele gewone nieuwbouwwijk zou kunnen staan. De muren zijn relieken uit een ver verleden die hun glorietijd overleefden, doordat zij gebouwd zijn voor de eeuwigheid. De vrouw is er al zo vaak langs gelopen dat zij ze niet eens meer opmerkt. De zorgen van vandaag zijn veel belangrijker dan de toekomst van gekoesterde oudheden. Inmiddels hebben enige struiken zich tegen de linkermuur aan gevleid en zullen er langzaam, maar doordringend bezit van nemen. Totdat de dikke stenen van de muur elkaar niet meer kunnen vasthouden. Dan volgt redding of afbraak.

Alles dat van waarde is krijgt pas erkenning als het verloren dreigt te gaan. Tot zolang loopt de mens nietig tussen de muren door en spiegelt de megalomanie van hun schaal zich in het licht van de zon, die tegelijkertijd hun schoonheid bestraalt. De bolwerken uit het verleden vormen een visuele en inspirerende omlijsting van het leven van vandaag. Een zweem van de werkelijkheid wordt een moment van verstilling.

Rob den Boer is beeldend kunstenaar.

Beeldpraat 6. Wim van den Toorn over Ook in dit afgelegen huis



Is het ochtend, is het avond of nacht? Als het ochtend is kijken we naar het eerste licht dat over de bergen verschijnt. Een heldere dag waarin het groen spoedig zal veranderen in blauw. De vogels beginnen de vochtige stilte te doorbreken met hun eerste kreten: ’benhier, gaap, benhier’. In de verte, de lichten. Ineens zullen ze doven. De mensen in het huis slapen nog maar niet lang meer. Iets heeft ze gisteren doen vergeten de vlag te strijken.

Als het avond is, of nacht, zien we het licht veranderen van blauw naar groen, het nachtlicht van het voorjaar. Donkerder wordt het niet, of toch, misschien nog iets. Morgen is vandaag. De scheiding is tijdelijk opgeheven. De stilte is onherroepelijk, de vogels hebben zich niet laten bedriegen. De verre lichten zijn nu niet nodig, maar ja, automatisch. In het afgelegen huis zijn de mensen naar bed, de vlag, ach, morgen misschien.

Wim van den Toorn is beeldend kunstenaar en woont in Noorwegen.

Beeldpraat 5. Joan de Roos over Na vertrek



In eerste instantie lijkt me dit een schilderij om bij te zwijgen. Niks beeldpraat dus. Het schilderij heeft voor mij een hoog meditatief gehalte. Het straalt een enorme rust uit.  Anders dan op veel andere schilderijen van Paul komen er geen boten, mensenfiguurtjes of andere objecten voor op dit schilderij. Dus ook daar word je niet door afgeleid. Zelfs je fantasie komt tot rust.

Tot rust komen is iets heel anders dan mediteren, zo  heb ik ervaren. Tot rust komen is een geschenk, dat je kan overkomen als je rust “neemt”. Dat kan ook gebeuren als je mediteert. Maar het is geen wet dat je er op kunt rekenen. Bij het mediteren kun je tot de ontdekking komen dat je knap onrustig bent. 

Als ik over het schilderij “Na vertrek “ ga nadenken merk ik op dat er ook hier eigenlijk helemaal geen rust kan zijn achter de stilte die aan de oppervlakte zichtbaar is.  Nergens is zo veel onrust als in de zee en in wolken. Wie zou er graag uit een vliegtuig willen stappen om rustig in de wolken te gaan wandelen?  In een bos is meer kans om rust te vinden. Maar op schilderijen van Paul Dikker zie ik weinig bossen. 
Het schilderij suggereert, leegte,  rust en ruimte. Maar de vraag is: wat zie je niet? De kunstenaar zelf is onzichtbaar, maar heeft duidelijk niet stil gezeten. De wolken, zoals opgemerkt, zijn alleen schijnbaar rustig.  De kleuren suggereren ook rust, maar rechts wordt die rust doorbroken door een groene berg. Hé, juist daar zie ik toch een bos! Zou daar dan rust te vinden zijn?

Rust / onrust. Zo zou wat mij betreft de titel van dit schilderij kunnen luiden. De titel “Na vertrek” blijft dan alsnog intrigeren.  Want wie is hier nu zojuist vertrokken? Heeft God zich hier van zijn schepping afgekeerd? Is de schepper van het schilderij net op een boot afgevaren? Het is wel leuk als dat een raadsel kan blijven.

Joan de Roos (volgt de ontwikkeling van Paul al vele jaren en heeft verschillende schilderijen van hem in bezit).

Beeldpraat 4. Marcel Lenssen over Binnenkort



Dit schilderij heet binnenkort. Mooi schilderij, mooie titel. Het prikkelt de fantasie over wat er binnenkort gaat gebeuren. Mijn eerste gedachte: de beste man slaat te pletter. Over enkele seconden knalt hij op een rotsblok. Met zijn hele lichaam vol erop. Pats. En dan is alles voorbij. De klap maakt direct een einde aan zijn leven. Nou ja, direct? Hoe hoog is het eigenlijk? Die rots waar hij vanaf springt? En hoe hoog is hij, nu, op dit moment, het moment waarop hij is vastgelegd? Hoe schat ik de hoogte eigenlijk in? Ik heb de rotswand, de man, de wolken en de struiken links. Dat valt niet mee. Valt hij eigenlijk wel? Hij lijkt stil te hangen. Of, nee, zou het kunnen dat hij omhoog valt, de wetten van de natuur tart en liggend op zijn buik in het zand aan zee ineens door een zuigende kracht omhoog getrokken wordt om uiteindelijk op beide benen boven op dat enorme rotsmassief te eindigen. Wow. Binnenkort staat hij daar boven, lachend, omdat hij niet na kan vertellen hoe hij daar terecht is gekomen. Maar wat hij wel weet is hoe het voelde. Hoe het voelde om in die ruimte tussen boven en beneden, of tussen beneden en boven, die magische ruimte, om in die vrijheidsruimte te zweven. Binnenkort is het voorbij, dat is een ding dat zeker is, ergens zal hij neerkomen, landen … maar hard of zacht: dat is de vraag. 

Marcel Lenssen is toneel- en scenarioschrijver.

Beeldpraat 3. Dorine Wiersma over recht is recht



Doorreis

In de bruine tempel had hij van mooie muziek genoten. In de lichtgroene barak was er plek om te slapen. Er logeerden gelijkgestemde geesten en iedere avond werd er een feestmaal bereid en aten ze met z’n allen op het zandkleurige plein in de ondergaande zon. Hij had zich in deze oase makkelijk nog enkele dagen prima kunnen vermaken maar hij moest verder. Zien wat er achter de volgende berg te zien was. Praten met nieuwe mensen en hun gerechten proeven. De man met de witte bus had hem een lift aangeboden maar hij ging liever lopen om niets van de omgeving te missen. Het fototoestel om de schouder en de blik naar buiten gericht. Daar gaat mijn vader. 

Dorine Wiersma 

Beeldpraat 2. Cox Habbema over Demee



Donkere wolken stapelen zich op tussen de witte. Kale kou trekt op uit de zwarte overdekte rotsen. Bizarre figuren tonen het gezicht van de grens tussen water en ijs. Een sterke wind blaast piepend in onze ogen. Drakenkoppen schieten tevoorschijn op gestrekte lichamen. Korte heftige flitsen springen van wolk tot wolk. De dierenmagen brullen geweldig. Strak en stil ligt het land. Een dik ijspantser wacht op verandering.
Staalblauw waakt de hemel achter de monsters en opent zich bereidwillig terwijl de zee zich vasthoudt aan haar eigen beweging, moe en zwaar, onafhankelijk en zwijgend liggen de oevers als dode lichamen aan onze voeten. Een lichtstraal vult in de verte de duisternis. Blauw doorregen licht het op tussen de donkerte. De winter dringt zich overal op, maar hoop straalt aan alle kanten met het blauw mee in de dood. Wat beweegt zich daar in het midden, klein en dapper nergens heen zoals altijd? Luidruchtig en snel. Is dat een mensje? Zich met alles bemoeiend en alles storend en met lawaai kou en stilte brekend.
Beweegt vrij tussen licht en donker, tussen zee en land. Zo groot het water en het land zijn, zo klein is het mensje. En zo vrij. De sneeuw ligt doodstil, de draken ademen langzamer. Wat zo’n mens al niet durft in zijn eenzaamheid. Zelfs de sneeuw knarst niet. Het grote water golft kleine golfjes. Het bootje zou hier het einde van de stilte kunnen zijn, als de energie wegvalt, als de beweging opnieuw begonnen moet worden. Het witte achterlijfje bewogen zou worden. De ruimte te groot zou worden. Voor het verder gaan.
Naar buiten de stilte. Naar de toekomst die ook wacht en, waar de beweging en het lawaai de overhand zouden hebben. De kleur zou winnen van het grijs. Dan, ja, dan. Als zonder erbarmen de waarheid getoond zou worden: met wilde bewegingen zou de mens koffie gaan zetten, dingen naar andere bootjes roepen. De televisie aan zetten en de telefoon. De televisie zou door iedere stilte heen janken, de telefoon gillen, met woeste beelden en angstige bewegingen.
Als het geweld zou zegevieren over de rust. Als de lelijkheid zou winnen van de kracht van de kunst en de schoonheid. Het met elkaar weer tegen elkaar zou zijn. De bitterheid, de haat en de woede de liefde zouden overwinnen. En het begrip.
Ik zou naar de draken slaan met mijn vuistje en hij zou naar mij spugen. Het geelgroene gif zou branden waar het mij trof. De stilte en de vrede zouden mij verlaten.
Een schilder hoeft niet zo erg intelligent te zijn om dit allemaal van te voren te weten. Maar het helpt bij de beschrijving van wat de ander ziet En voor de zoveelste keer stel ik vast dat Paul Dikker niet alleen een groot kunstenaar is, maar ook een intelligente. Zo helpt hij ons zien en ontdekken wat hij gezien heeft. En zo helpt hij ons kijken en zien.
Cox Habbema

Beeldpraat 1. Sam Drukker over Ondanks alles



Ondanks alles
Een kunstenaar laat vaak dingen zien die je niet bedenken kan. Ook de kunstenaar kan ze niet bedenken. Hij heeft ze alleen maar gezien. Op een bepaald moment zag hij de dingen en verbaasde hij zich erover. Die verbazing is niet zelden de reden van een kunstwerk. Het helpt als je in den vreemde bent. Ver van huis is niets bekend en verbaast men zich sneller over dingen die voor lokale bewoners heel gewoon zijn. Onwetendheid is voor de kunstenaar een zegen. Er waren kunstenaars die kind wilden blijven. Het helpt ook als je bezeten, neurotisch of gewoon dom bent. Maar het gaat erom te kunnen kijken zonder belasting van kennis, zonder vooroordeel. Die verwondering kan er zo uitzien: “Kijk die gekke losse vormpjes in dat grauwe wit! Ze hebben niets met de rest te maken, nu ja, een beetje met die rafelrand daarboven in hetzelfde grijsbruin en misschien linkt het een pietsie met de zanderige rafelrand beneden, maar verder staan ze op zichzelf." Je ziet als je langer kijkt de nuance en die ontkracht voor je het weet de oorspronkelijke verwondering, de reden tot een werkstuk. Daarna komt de arbeid. Dan komt het afwegen, het stellen en vereenvoudigen. Dan blijkt een strak gepastelleerd helderblauw vlak het wonder van de “losse vormpjes” alleen maar te versterken. Immers, de schilderachtigheid waarmee de hardbruine kammen in hun donzen deken hangen versterkt eigenlijk hun relatie. Pas met dat platte stille blauw beneden ontstaat er een breuk: geen vorm, geen handschrift, geen gelijke in kleur. Inmiddels snapt de kunstenaar behoorlijk veel van wat hem oorspronkelijk verbaasde. Maar hij heeft ons van die verwondering verteld. Ondanks alles.
Sam Drukker

Ter gelegenheid van deze eerste beeldpraat is een gicleeprint van het schilderij Ondanks alles in productie genomen. Deze kwalitatief hoogwaardige print is hier te bestellen.